top of page
Foto van schrijverRiet Lenaerts

VAN MENSELIJKE BOOSHEID EN EEN HALVE TON PAARD

Boos worden op een paard is net zoiets als proberen een bosbrand te bestrijden met een waterpistool. Het staat, van bij aanvang, buiten kijf: 'Jij verliest!'

De reactie van een paard op menselijke woede kan verschillende richtingen uitgaan. Het wordt defensief of het geeft het op en gaat in schijnbare onderwerping. De eerste richting is iets wat je waarschijnlijk niet wilt meemaken, de tweede is ronduit deprimerend.

Voor de dagelijkse paardeneigenaar ontstaat vaak woede en boosheid als we ons paard niet iets kunnen laten doen wat we ‘wel’ willen dat het doet. Dat kan zijn: stilstaan terwijl de hoefsmid aan de voeten werkt, door een plas stappen, in een trailer stappen, stilstaan om opgezadeld of bestegen te worden, stoppen met grazen langs de wandelroute.

Zelfs oude paarden die het juiste gedrag hebben aangeleerd, gaan hier niet noodzakelijkerwijs mee verder als ze in de handen komen van iemand die niet weet hoe hij dit soort dingen van het paard kan verwachten. Paarden zullen altijd, bijna zonder uitzondering, hun weg naar boven of naar beneden werken tot op het niveau van hun begeleider/rijder. Beginnende paardeneigenaars denken dat paarden deze dingen gewoon moeten kennen. Helaas weten ze vaak nog niet wat ze moeten doen om het paard te helpen en dat leidt hen, beiden, naar het ellendige pad van frustratie naar woede.

Als wij boos worden, lijken onze paarden bang te worden.

‘Boosheid’ in het ene wezen, lijkt angst in andere wezens naar boven te brengen.

Ondanks het psycho-gebabbel over hoe boosheid een goede zaak kan zijn, komt in mijn ervaring, woede zeer zelden of nooit van een goede plek noch heeft ze iets goeds te brengen, daar waar ze naartoe gaat.

Ik geloof ook niet dat paarden met boosheid reageren op boosheid.

Ik geloof eerder dat ze in de war raken als hun begeleider boos is, simpelweg omdat ze niet begrijpen wat de mens van hen vraagt.

Een boos mens, en dan kijk ik in de eerste plaats naar mezelf, kan bijzonder onduidelijk zijn voor een paard… en voor een mens. Woede ontkracht de juistheid van onze timing en consistentie, twee essentiële sleutels tot het begrip van een paard… en van een mens.

Een paard dat gevaar waarneemt in jouw woede zal defensief worden.

Als je een paard zo provoceert dat het in zijn natuurlijk

zelfbehoud-instinct terecht komt, zal hij met zijn voorbenen slaan, met zijn staart zwaaien, schoppen of zelfs aanvallen met ontblote tanden.

Resoneert ook hier niet een beetje de overeenkomst met de mens?

Geen enkele van deze reacties is leuk om aan de ontvangende kant te staan.

Het kan het paard dan niet schelen of jij degene bent die hem

jarenlang elke dag twee keer per dag heeft gevoed of hem heeft gepoetst of liefdevol voor hem heeft gezorgd toen hij ziek of gewond was.

Zelfbehoud is de ultieme troefkaart van een vluchtdier.

Paarden leven in het moment, en momenten die oproepen tot zelfbehoud putten uit elk overlevings-verdedigingsmechanisme dat het paard kent.

Het paard dat daarentegen reageert op constante woede door in onderwerping te gaan, is een triest, deprimerend gezicht. De meeste dieren, vooral prooidieren, hebben een ingebouwd mechanisme dat hun zintuigen uitschakelt om niet fysiek te lijden. Het is een vorm van ‘dissociëren’, een toestand van verlaagd bewustzijn waarbij het voelt alsof o.a. de lichamelijke gewaarwordingen en de emoties buiten jezelf worden geplaats en daardoor tijdelijk niet oproepbaar zijn.

Maar het gevolg daarvan is wel dat de paarden geestelijk beginnen te lijden en ontkoppeld raken van de wereld om hen heen.

Hoewel wij ons verbolgen voelen als we berichten lezen over paarden die fysiek worden misbruikt, (en terecht natuurlijk), ben ik ervan overtuigd dat fysiek misbruik verre van de enige manier is, waardoor een paard kan lijden. Ik zou zelfs durven beweren dat de meeste misbruikte paarden niet extreem lichamelijk mishandeld worden, maar wel geestelijk misbruikt zijn. Ze worden niet geslagen en hun leven wordt niet bedreigd, maar ze zijn altijd in een ‘state’ van zorg over waar en hoe ze die nieuwe scherpe sporen zullen voelen of waar die pijnlijke zweep zal terecht komen of welk scherp bit in hun mond gaat komen, of hoe de stang en trens hen zal beletten het hoofd op te richten, of hoe zenuwachtig hun ruiter hen zal bestijgen ...

Ze kunnen gedrild en gedrild en gedrild worden via doorgedreven 'training' om mee te doen aan één of ander paardenevenement dat de ruiter een auto of een flinke geldsom kan laten winnen…

Het maakt het paard niet echt uit, maar in hun ‘get-along-stijl’ tolereren, of is het ‘verduren’ veel paarden dit soort drillen, dag na dag na dag. Ze doen dit door mentaal te dissociëren en gewoon fysiek mee te gaan met wat hun begeleider wil dat ze doen.

Kunnen we ons niet dit gevoel op school nog herinneren?

Gelukkig ontstaat er de laatste jaren ook een nieuwe onderstroom waarbij ruiter en paard mekaar in een groter respect en evenwaardigheid benaderen, want in de juiste handen kan een mentaal misbruikt paard gerehabiliteerd worden, maar velen gaan gewoon voor de rest van hun leven dissociëren en ruilen de prachtige glans in hun ogen voor ‘dode’ ogen.




Toen ik mijn eerste paarden-clinic volgde, bij Elisabeth de Corbigny in Mirepoix, werd ik behoorlijk boos op mijn paard toen ik de dingen probeerde te doen die zij ons liet zien.


Ondanks mijn goede bedoelingen liep mijn paard over me heen en besteedde geen enkele aandacht aan mij. Nee, ik sloeg mijn paard zeker niet, maar ik was er wel 'over-duidelijk' boos op.




Ik hoorde Elisabeth de Corbigny zeggen: 'Ik zie dat sommigen van jullie het vermogen hebben om behoorlijk boos te worden op jullie paarden. Ik heb daar wel wat plezier aan kunnen beleven’. Gefrustreerd als ik me voelde, stelde ik me voor dat ze ons steeds ingewikkeldere dingen zou laten doen totdat mijn paard en ik in een roodgloeiende vuurbal zouden veranderen.

De les kwam binnen. Vanaf dat moment probeerde ik mijn woede onder controle te krijgen. Niet mijn paard, maar ik diende te veranderen.

Je hoort me hier niet zeggen dat mijn boosheid, laat het mij maar eerlijkheidshalve ‘onmacht’ noemen, in de loop der jaren niet regelmatig opnieuw is opgedoken.

Maar ik ben me er wel meer van ‘bewust’ geworden en kan ze daardoor sneller onder controle krijgen en bijsturen.

 

Hoe meer ik, door de jaren heen heb geleerd over zelfkennis en effectief leren en groeien, hoe minder ik ervaar dat er boosheid ontstaat - niet alleen bij paarden, maar in mijn hele leven. Het begint, voor mijn aanvoelen, door steeds terug te gaan naar het principe van:

'MAAK HET JUISTE CONCEPT GEMAKKELIJK'

Als je werkt aan het proberen te openen van de juiste deuren, hoeft woede niet te ontstaan. Want in plaats van ruzie te maken met je partner over het feit dat het huis weer vuil is, praat je in de richting van manieren waarop je beide kunt bijdragen aan het netjes houden van het huis.

Het leven baant zich überhaupt een soepeler pad door het doorbreken van de vastgeroeste patronen als boosheid en woede en dat is niet alleen een cadeau voor onszelf, maar ook voor al onze relaties, al onze dieren en ... de wereld.

Met dank aan mijn inspirators Margrit Coates, Klaus Hempfling,

Cheryl Kimball, onze paardjes en … jij lezer.

30 augustus 2020

Infospirator

19 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page